Alle ontwerpstandpunten die bij onze architectuurvisie staan vermeld, zijn ook voor onze stedenbouwvisie van toepassing. Hieronder gaan we dieper in op welke aspecten we binnen onze stedenbouwvisie ons onderscheiden.
Onze stedenbouwkundige visie richt zich voor een groot deel op een herwaardering van de suburbane leefomgeving. De heersende opvatting dat iedereen in de stad moet wonen, delen wij niet, omdat wij geloven dat de meeste mensen het beste tot bloei en tot rust komen in een omgeving met ruimte en groen. Hoewel de suburbane visie nadelen kent, zoals de noodzaak van forensenverkeer en de bijbehorende luchtvervuiling, is het met de opkomst van thuiswerken, beter openbaar vervoer, meer ruimte voor de fiets en schonere voertuigen steeds relevanter om de vraag te stellen in hoeverre deze nadelen nog doorslaggevend zijn.
Het is de uitdaging om centraliteit en suburbaan wonen met elkaar te verbinden. Lintbebouwing, zoals je in België veel ziet, is dus absoluut niet de oplossing. In België zien wij Brasschaat als het ideale voorbeeld van een leefbare woonomgeving, terwijl in Nederland onze fascinatie uitgaat naar verschillende woonwijken uit de 2e helft van de jaren 70 (kleinschaligheid, structuralisme, huiselijkheid), waarin wij zelf zijn opgegroeid. Wat ons aanspreekt aan deze plekken, is het vele groen, het afwisselende belevingsaspect, de ruimte voor kinderen om buiten te spelen, de rust, gecombineerd met de nabijheid van voorzieningen.
Zonder migratie is de verwachting dat het inwonersaantal in België en Nederland de komende eeuw drastisch zal verlagen. Hoewel het ontwerpen van appartementen een boeiend vak is, moeten wij ons afvragen of dit op lange termijn de meest wenselijke woonvorm is. Wij vinden dat mensen de ruimte moeten krijgen, waarvan wij denken dat die ook aanwezig is. Er moet vaker worden geprobeerd om bedrijvigheid meer te spreiden over het land zodat de bevolking ook verspreider kan wonen.
Wonen in het groen, met voldoende ruimte voor een schuur, magazijn of moestuin in de achtertuin, beschouwen wij als de optimale basis voor een gezond leven waarin men ook creatief tot ontplooiing kan komen.
Als ontwerper willen wij graag alles definiëren, maar het is belangrijk om ruimte te laten voor de organische groei die zowel mensen als steden doormaken. Ook moet er genoeg ruimte blijven voor de menselijke maat en spontaniteit. Volledige vrijheid aan burgers geven, vinden wij echter onverstandig, omdat zonder de noodzakelijke ontwerpkennis inefficiënte, onlogische of foute keuzes gemaakt zullen worden. Het is de kunst om als ontwerper duidelijke kaders te scheppen waarbinnen de menselijke vrijheid kan plaatsvinden. Onze stedenbouw kenmerkt zich net als onze architectuur als een samenwerking van orde en complexiteit.
Qua belevingswaarde zou elk stedenbouwkundig ontwerp het beste zijn eigen ziel krijgen. Eentonigheid, zoals in Nederland nog sterker het geval is, waar elke rotonde of industrieterrein op elkaar lijkt en te veel herhaling is in woningtypes, moet worden vermeden. Eindeloze zichten over kale straten of open vlakten, zien wij meestal als kil en onwenselijk. Langs autowegen en langs landbouwgronden zou veel meer plaats geboden kunnen worden voor begroeiing zoals boomwallen of struikgewas, eventueel gecombineerd met fiets- en wandelpaden.
Tenslotte vinden wij dat stedenbouw het principe van ‘werken loont’ veel meer moet uitdragen (vooral in Nederland). Het vrijgeven van meer open ruimte voor bebouwing kan hierbij een belangrijke rol spelen.