Voor een Belgische investeerder zijn we gevraagd om heel beknopt een eerste richting te geven aan een project aan de Kanaalweg te Middelberg, dat ongeveer 250 studentenstudio’s moet tellen. Het idee is te kiezen voor studio’s die geheel zelfvoorzienend zijn, dus met eigen keuken en badkamer. Op elke verdieping krijgen de studio’s een gezamenlijke woonkamer. Op het gelijkvloers hebben de appartementen een private achtertuin op het zuidwesten dat grenst aan de spoorbaan. Bovenaan krijgt het gebouw door aan de voorzijde deels terug te liggen een dakterras dat uitkijkt op het kanaal. Ook hier zal veel zonlicht aanwezig zijn. Men kan zich in het gebouw zowel individueel terugtrekken als samen zijn. In de kelder komen parkeerplaatsen, die in hetzelfde travee staan als de studio’s. Deze parkeergarage zal tevens worden gebruikt voor mensen die het naastgelegen station Middelburg als bestemming hebben. De trap en lift bevinden zich buiten het verwarmde volume. Het verwarmde volume wordt hiermee zo klein als mogelijk gehouden. Het gehele complex is op te vatten als een aaneenschakeling van drie identieke blokken en één blok dat een afgeleide hiervan zal vormen en publieke functies krijgt, zoals bijvoorbeeld een fitness centrum. De blokken zullen in kleurstelling voor de herkenbaarheid wel variëren (gebroken wit, groen, paars en oranje). De constructieve schijven in de gevel (haaks op de voorgevel) worden benadrukt met een lichte gevelsteen. De frontgevels krijgen een repetitie op basis van de studio-eenheden. Binnen deze eenheid bevindt zich een complexe afwisseling met prefab betonnen gevelsteenelement en de gekleurde vezelcement vlakken. Er ontstaat hiermee zowel een horizontaal als verticaal patroon in de gevel. De ramen verspringen in hoogte op een wijze dat het daglicht in het diepste deel van de studio verder valt. Via de bovenlichten van de voordeuren krijgen de corridors hiermee ook daglicht. De corridors krijgen verder voor een gedeelte glazen vloerplaten, die voor extra daglicht zorgen. Overdag hoeft hier dus geen kunstlicht te worden gebruikt. De bekleding rond het trappenhuis en de terugspringende delen van het gebouw zijn van hout, om een te lang voor de context zijnde gebouwwand te voorkomen. Achteraan wordt de lange wand doorbroken door de collectieve woonkamers achter de liften een volledige glazen gevel te geven. Al het schrijnwerk zal in hout worden uitgevoerd. Het gebouw krijgt door dit alles een speelse, vriendelijke en toegankelijke uitstraling en lijkt goed te passen voor een dergelijke setting aan een kanaal. Een dergelijke repetitieve gevel met een dominante bruine kleur laat de passant onbewust refereren naar oude pakhuizen.